PROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM BZL KLAS NR

FEDERAL EMERGENCY MANAGEMENT AGENCY PROJECT WORKSHEET OMB NO
DATE INDIANA DEPARTMENT OF TRANSPORTATION ATTN INDOT PROJECT MANAGER
LYNLEY SHIMAT LYS MIAP INTRO FINAL PROJECT HADASSAH FILM

PROJECT NAME NJDOT SCOPE STATEMENT TSM LIMITED SCOPE FINAL
[PROJECT NAME] PARTNERSHIP STORY AGENCY PROJECT CONTACT NAME LOCATION
UNDP PROJECT DOCUMENT GOVERNMENTS OF

PROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR

Project Algemene Vakken Naam: __________________

BZL______ Klas: __________ Nr: ____

Datum: __________________


Uitvindingen die ertoe deden


Uitvindingen en nieuwe ontwikkelingen hebben in de loop der eeuwen mede het huidige mensbeeld bepaald en beïnvloed.

Niet vaak staan we er in de huidige maatschappij bij stil, wat de oorsprong is van alle nuttige gebruiksartikelen en middelen, die we in het dagelijkse leven toepassen.

Veelal ligt er aan elk artikel en middel echter een lange ontstaansgeschiedenis ten grondslag. Het lijkt mij leuk daar eens nader op in te gaan.


We zetten een aantal uitvindingen die het leven aanzienlijk vergemakkelijkten voor jullie op een rijtje. Bij een 5-tal ervan krijg je wat meer uitleg.


Opdracht:

Kies zelf uit de lijst twee uitvindingen en zoek hierover telkens minstens 1 bladzijde informatie. Zoek ook naar bijpassende afbeeldingen.


Het beheersen en maken van vuur


Vuur heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van onze cultuur.

Archeologische vondsten hebben aangetoond dat de mensheid zolang hPROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR ij al bestaat het vuur heeft gekend. Het begon met het gebruik van vuur uit natuurlijke bronnen. Deze vuren ontstonden op een natuurlijke wijze. Bijvoorbeeld een onweersflits die in een boom sloeg waarbij de boom begon te branden of een vulkaan die met zijn gloeiende magma de omgeving in brand zette.

Mensen vonden uit dat ze dit vuur konden verplaatsen door een brandende stok of smeulende kooltjes mee te nemen naar de plek waar ze het vuur wilden hebben. Door hout toe te voegen aan dit kleine vuurtje of de kooltjes kon je weer een groot vuur krijgen en om te voorkomen dat het vuur zich ongewild zou verspreiden legde je onbrandbaar materiaal om het vuur heen.

Maar het was nogal vervelend dat men afhankelijk was van de natuurlijke bronnen. Zodra het vuur uitging, kon je het niet meer gebruiken.

Dus stelde men vuurwachters aan. De taak van deze vuurwachters was het niet uit laten gaan van het vuur.

Deze mensen hadden veel verstand van vuur. Ze konden het vuur over lange afstanden verplaatsen als de stam naar een andere plek vertrok om meer voedsel of een betere locatie te zoeken. Maar ondanks het feit dat deze wachters uitermate bekwaam waren, gebeurde het af en toe in speciale gevallen toch wel eens dat het vuur verloren ging.

Na zo'n verlies was het zaak om dan een nieuwe bron te vinden door het met andere stammen te delen of te roven.

Daarom ging men op zoek naar een manier om vuur te maken. We weten niet hoe het ontdekt is, maar we weten wel dat het allemaal was gebaseerd op wrijving. Er waren in die oudheid een aantal manieren om vuur te maken.

De mensen konden vuurstenen tegen elkaar slaan, of twee houtstukken tegen elkaar wrijven.

Dat kon op een aantal verschillende manieren, maar hoe men het ook deed men moest een hoeveelheid droog brandbaar materiaal hebben en heel veel geduld.

Wat deden ze met het vuur? Hoofdzaak was het verwarmen van ruimten. Op die manier konden de mensen in koudere streken gaan wonen.

Maar vuur werd ook gebruikt om stukken bos plat te branden om te dienen als landbouwgrond of een plek om een nederzetting te bouwen.

Vuur werd ook gebruikt om mee te jagen. Door een stuk land plat te branden verlieten alle dieren deze plak en werden rechtstreeks in de handen van de jagers gedreven. En dan als laatste maar zeker niet onbelangrijke mogelijkheid is het gebruik voor het bereiden van voedsel. Op die manier kon er veel meer variatie in het eten worden aangebracht.


Uitvinding van het wiel


Misschien is de uitvinding van het wiel wel de belangrijkste uitvinding die ooit door mensen is gedaan.

Want wielen zijn uniek: ze zijn rond en kunnen zo gelijkmatig rollen. We kennen het wiel natuurlijk van de fiets, de auto en de trein, maar ook andere uitvindingen zijn op wielen gebaseerd. Allerlei machines en motoren, van kopieermachines tot vliegtuigmotoren, danken hun bestaan aan het wiel.

Wie is toch ooit op het idee van het wiel gekomen? Wanneer het wiel is uitgevonden is niet bekend, maar ongeveer 5.500 jaar geleden werd voor het eerst melding gemaakt van een wiel.

Voordat het wiel werd uitgevonden, moesten mensen zware vrachten over de grond rollen om ze te verplaatsen.

De Egyptenaren bouwden ongeveer 5.000 jaar geleden grote piramides. Daarvoor hadden ze enorme stenen nodig.

Om de stenen op de juiste plaats te krijgen, gebruikten ze ronde boomstammen als rollers.

Talloze arbeiders trokken zo de zware stenen vooruit.

 

 PROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR

 

 

 

 PROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR

De eerste houten wielen verschenen voor het eerst rond 3.200 voor Christus. Het waren massieve houten karrenwielen, die gemaakt waren van 2 of 3 houten planken die rond waren gemaakt.

 


Wielen met spaken zijn lichter en dus ook sneller dan massieve wielen. Ze werden het eerst gebruikt in ongeveer 2.000 voor Christus.

PROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR

Rond 1800 kwamen er voor het eerst draadspaken in de wielen. Ze waren heel licht en sterk en werden gebruikt voor auto's en fietsen.

In 1845 werd door de Schotse ingenieur Robert W. Thomson de luchtband uitgevonden.


Het uitvinden en gebruiken van stenen werktuigen


Het uitvinden en gebruiken van houten werktuigen


Het uitvinden en gebruiken van koperen en ijzeren werktuigen


De lucifer


Het alfabet


OPROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR ver het ontstaan van een geschreven taal en het uiteindelijke alfabet zijn er diverse aannames waar te nemen.

Wel valt aan te nemen, dat taal in al zijn hoedanigheden door alle menselijke bevolkingen werd toegepast. Zo ontwikkelde iedere groep mensen ongeacht de grootte van een toepassingsgebied een eigen taal. Deze taalontwikkeling is naar men aanneemt waarschijnlijk al miljoenen jaren terug ingezet. Het weergeven van een gesproken taal op schrift stamt echter pas uit de laatste duizenden jaren.

De eerste geschriften werden gemaakt in Soemerië: deze geschriften werden ook wel spijkerschrift genoemd, de tekens werden in een kleitablet gekrast met een 'spijker'. Dit geschrift had voor ieder woord of gebeurtenis een nieuw teken. Al snel bestond de taal uit zoveel (+/- 2000) tekens dat ze bijna niet meer te onthouden waren. Dit probleem kwam ook bij het Chinese schrift voor, zij schreven met rechte lijnen in schelpen en stukken metaal.

De oplossing was iets voor je te laten schrijven door een schrijver. Schrijvers leerden van jongs af aan tot hun 18e alle tekens uit hun hoofd. Schrijvers hadden veel aanzien, mede doordat de gewone mensen schrijven maar abracadabra vonden. Het vak werd meestal van vader op zoon doorgegeven, of anders kon je naar een speciale school gaan.


De Egyptische schrijvers schreven in het hiëroglyfenschrift; dit schrift had net als het S PROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR oemerisch schrift en het Chinese schrift voor ieder woord of gebeurtenis een ander teken. De Egyptische schrijvers wilden hun schrijfgerei mee kunnen nemen; kleitabletten, stenen of stukken metaal waren dus niet geschikt, deze waren veel te zwaar. Hierop vonden ze een oplossing namelijk het gebruik van stukken hout. Wel stukken lichter maar het was nog niet de uitvinding van het papier. later gingen de Egyptische schrijvers Papyrus gebruiken, het eigenlijke papier. Dit werd gemaakt van een rietachtige plant papyrus die veel in de Nijlvallei voorkomt, de stengels werden versneden en werden geklopt om er een stuk papier van te maken. Deze werden vervolgens gedroogd en de stukken papier werden aan elkaar geplakt en op een rol gedaan. Erg licht van gewicht en makkelijk mee te nemen.



Alle geschriften bestonden uit tekens die allemaal een eigen betekenis hadden. Dit werden er steeds meer, daarom was schrijven voor de gewone mens veel te ingewikkeld. Totdat in 100 V. Chr. de Feniciërs een alfabet ontwikkelden. De Feniciërs waren erg arm en konden een boerenbestaan niet opbrengen, dus werden ze kooplui. Met hun boten voeren ze de Middellandse Zee af waardoor ze met verschillende talen in contact kwamen. Toen kwamen ze op het idee om ePROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR en alfabet te ontwikkelen. Ieder teken stond niet meer voor een woord of gebeurtenis, nee iedere teken stond voor een bepaalde klank; met deze klanken kon je ieder denkbaar woord maken. In het verre oosten ontstond het Aramees, hieruit ontstonden het Indiaas, Perzisch, Arabisch, en het Hebreeuws. In het westen leerden ze hun taal aan de Grieken, de Grieken pasten de taal aan, die toen nog maar 22 karakters bevatte, naar 27 door 5 klinkers toe te voegen. Het kenmerk van een klinker is dat als je een klinker uitspreekt, weinig met je tong of lippen beweegt. Van het Griekse alfabet werd het Latijnse alfabet weer afgeleid die de basis van de West- Europese talen vormt, onder andere het Nederlands. De letters X en Y werden pas bij het ontstaan van het Latijnse alfabet toegevoegd.

Door het gebruik van maar 27 karakters in plaats van vele duizenden werd het schrijven voor iedereen toegankelijk, en het schrijven werd een belangrijk communicatiemiddel. Tegenwoordig kan bijna iedereen schrijven, en als iemand het niet kan zijn de mensen vaak verbaasd, zo normaal is het geworden.


Glas


De gloeilamp en overige soorten verlichting


De stoommachine


De verbrandingsmotor


De straalmotor


De klok


De klok is uitgevonden door: Su Song een Chinese ambtenaar. Hij bouwde ongeveer 900 jaar geleden een groot uurwerk. Door de gegevens van dit eerste uurwerk kon een precieze kalender worden gemaakt.

Alhoewel mechanische uurwerken al vanaf de dertiende eeuw in Europa werden toegepast, was hun precisie niet erg groot en dienden zij bijna dagelijks aan de hand van de zonnestand bijgesteld te worden.

PROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR

Een belangrijke doorbraak in de nauwkeurigheid waarmee de tijd gemeten kon worden vond plaats in 1656 toen onze landgenoot Christiaan Huygens (1629-1695) het slingeruurwerk uitvond. Voor het eerst was het mogelijk om uurwerken te maken, die op de seconde betrouwbaar waren en deze precisie ook meerdere dagen achtereen konden handhaven.

Naast het slingeruurwerk werkte Huygens ook aan de ontwikkeling van kleinere handzame uurwerken (‘horologien’) en in 1675 slaagde hij erin om de nauwkeurigheid van deze uurwerken belangrijk te verbeteren met de uitvinding van de onrust met een spiraalveer.

Ook probeerde Huygens uurwerken te ontwerpen waarmee het mogelijk zou zijn om de geografische lengte op zee te bepalen. Immers, als de plaatselijke middelbare tijd ergens op zee (bepaald aan de hand van de zonnestand) vergeleken kon worden met die van een klok die naar de middelbare tijd van de thuishaven was afgeregeld, dan gaf het verschil in tijd meteen het verschil in de geografische lengte aan. Voor de oplossing van dit probleem hadden verschillende zeevarende naties grote geldprijzen uitgeloofd, maar Huygens slaagde er niet om een uurwerk te maken dat zeewaardig genoeg was.

Om dergelijke uurwerken nauwkeurig naar middelbare tijd af te regelen, was het noodzakelijk om het jaarlijkse verloop van de tijdvereffening tot op een fractie van een minuut nauwkeurig te weten en het was wederom Christiaan Huygens die al in 1665 als eerste een dergelijke tabel publiceerde in zijn Kort onderwijs aengaende het gebruyck der Horologien tot het vinden der Lenghten van Oost en West.

Dergelijke tabellen zijn daarna nog door vele andere sterrenkundigen en klokkenmakers opgesteld en tot ver in de negentiende eeuw was het gebruikelijk om bij de aanschaf van een uurwerk een tabel voor de tijdvereffening te leveren, zodat de gebruiker zijn uurwerk met behulp van een nauwkeurige zonnewijzer naar middelbare tijd af kon regelen.


Het kompas


De waterpas


De fiets


De bromfiets en verwanten


De stofzuiger


De ijskast


IJs was door de eeuwen heen het enige middel om voedsel te koelen. In Nederland zijn bij landhuizen en kastelen nog overblijfselen te vinden van ijskelders, die tot in de eerste helft van de twintigste eeuw in gebruik zijn geweest.

 

PROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR

Ijskelder kasteel Heeze

In deze goed geïsoleerde ruimten diep onder de grond heeft zomerwarmte nauwelijks invloed.

De gewone man kon voor ijs terecht bij de ijsman, die dagelijks door de straten ging.

Het is al eeuwenlang bekend dat de verdamping van een vloeistof warmte onttrekt aan de omgeving. Wie uit het zwembad stapt, slaat al gauw een baddoek om zich heen om warm te blijven. De verdamping van het water op de huid zorgt ervoor dat iemand het koud krijgt.

Aan het begin van de negentiende eeuw dringt het besef door dat dit principe gebruikt kan worden voor het maken van een koelmachine.

De Amerikaan Oliver Evans –uitvinder van de hogedrukstoommachine– ontwerpt in 1805 de eerste koelkast. Evans laat het bij een ontwerp. Hij heeft het apparaat nooit gerealiseerd. Dat doet de Amerikaanse natuurkundige John Gorrie.

In 1842 maakt hij een apparaat om ziekenhuiskamers te koelen. De lichaamstemperatuur van lijders aan gele koorts zou door deze behandeling afnemen. Gorrie krijgt patent op de uitvinding van mechanische koeling.

Al snel is duidelijk dat deze uitvinding uitgebreide mogelijkheden biedt. In Europa en Amerika neemt de vraag naar vlees afkomstig uit andere werelddelen toe. Het eerste koelschip ter wereld, de ”Paraguay”, brengt in 1877 zijn eerste lading bevroren vlees van Argentinië naar Frankrijk.

De eerste huishoudkoelkast verschijnt in 1879 op de markt.

Het is een ontwerp van de Duitse ingenieur Karl von Linde. Hoewel de eerste stap

gezet is om praktisch gebruik van koelkasten mogelijk te maken, zijn ze aan het begin van deze eeuw nog steeds duur, lawaaierig en inefficiënt.

Zo drijft een kleine stoompomp het apparaat aan.

 

BPROJECT ALGEMENE VAKKEN NAAM  BZL KLAS  NR altzar von Platen en Carl Munters beginnen in 1925 in Zweden met het op kleine schaal produceren van koelkasten waarbij een elektrische motor de compressor aandrijft. In 1926 krijgen ze patent op de huishoudkoelkast. Het bedrijf Electrolux neemt hun ontwerp in productie. In 1936 verkoopt het bedrijf zijn miljoenste koelkast.

De werking van de koelkast berust op twee natuurkundige principes. Het eerste is dat een vloeistof bij verdamping warmte onttrekt aan de omgeving. Het tweede is dat bij een lage druk een vloeistof bij een lagere temperatuur verdampt dan gebruikelijk. De Schotse natuurkundige William Cullen maakt in 1748 gebruik van dit principe. Hij slaagt erin ether –een vluchtige vloeistof– te laten koken in een partieel vacuüm.

In een koelkast is een buizenstelsel aanwezig, waarin een vluchtige vloeistof circuleert. De leidingen aan de binnenkant van de koelkast zijn breed en de druk is er laag. De vloeistof in de leiding verdampt en onttrekt zo warmte aan de inhoud van de koelkast. De damp belandt vervolgens bij een compressor aan de buitenkant van de koelkast. De compressor perst het gas samen, zodat het condenseert. Daarbij komt warmte vrij. Deze warmte is goed te voelen aan de achterkant van de koelkast. Een smalle buis transporteert de vloeistof weer naar de binnenkant van de koelkast en het koelproces begint opnieuw.

In de beginperiode van de koelkast is ammoniak als koelvloeistof gebruikt. De vloeistof verdampt bij een lage temperatuur en kan dus veel warmte opnemen. Een groot nadeel is dat ammoniak zeer giftig is. Al in 1920 begint de zoektocht naar een vloeistof die dezelfde gunstige eigenschappen heeft als ammoniak, maar veel minder giftig is. Chloorfluorkoolwaterstof (cfk) lijkt de ideale vervanger. De stof is reukloos, alleen giftig in een extreem hoge dosis en niet brandbaar. In de jaren zeventig wordt steeds duidelijker dat cfk's zich ophopen in de atmosfeer en daar de ozonlaag afbreken. Sinds die tijd is gebruik van cfk's door de overheid steeds meer aan banden gelegd.

De koelkast is niet meer weg te denken uit ons leven. Een koud glas cola of een auto met airconditioning behoren weliswaar niet direct tot de eerste levensbehoeften, maar bij een lage temperatuur bederft voedsel ook minder snel, omdat micro-organismen zich dan minder snel vermenigvuldigen. Ongetwijfeld heeft de koelkast zo een bijdrage geleverd om de gezondheid van de mensheid op een hoger peil te brengen.


De diepvriezer


De wasmachine


Het watercloset


Het toiletpapier


De motor op stroom


De accu


De auto


Het vliegtuig


De telefoon


De radio


De televisie


De inentingen tegen ziektes


De atoombom en verwanten


De waterleiding


Het rioolstelsel


De bril


CHOOSES A COLLEGE PROJECT RUBRIC (FILL IN
REVISION CONTROL INFORMATION PROJECTSHSISCVSUTILITIESARRAYARRAYDOCV
14 NOVEMBER 2005 PATRINA BUCHANAN PROJECT MANAGER INTERNATIONAL


Tags: algemene vakken, vakken, algemene, project