ZIVGV KB VAN 1831971 BIJLAGE ADVIES VAN DE

ZIVGV AKKOORD VAN 31101995 ART 1 AKKOORD VAN 31
ZIVGV KB VAN 1831971 BIJLAGE ADVIES VAN DE
ZIVGV KB VAN 8101996 BIJLAGE BIJLAGE VEILIGHEIDSCRITERIA WAARAAN DE

ZIVGV VERORD VAN 2872003 BIJLAGEN BIJLAGE 53 REISKOSTEN VAN


[I - K

Z.I.V./G.V.

K.B. van 18-3-1971

Bijlage - Advies van de Raad van State bij de wijziging bij K.B. 9-12-2009


[I - K.B. 9-12-09 - B.S. 18-12 - ed. 2]

[Bijlage

ADVIES 47.241/2 VAN 19 OKTOBER 2009 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE



De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 29 september 2009 door de Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 maart 1971 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige apothekers", heeft het volgende advies gegeven :

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.



Voorafgaande vormvereisten



Uit het dossier dat aan de afdeling Wetgeving van de Raad van State is overgezonden kan niet worden opgemaakt of de ontworpen tekst om advies is voorgelegd aan de algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging.

De verplichting om het advies van die raad over de ontworpen tekst in te winnen vloeit echter voort uit artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, junctis artikel 213, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en artikel 2, § l, a), van het koninklijk besluit van 9 september 1993 tot uitvoering van artikel 213, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Artikel 2, § 2, van dat besluit van 9 september 1993 bepaalt wel het volgende :

« Indien voor een bepaalde aangelegenheid verschillende van de in het eerste lid [lees : paragraaf 1], b) en c), vermelde organen bevoegd zijn of kunnen zijn, kan de Minister beslissen op welk orgaan de artikelen 14 en 15 van de wet van 25 april 1963 worden toegepast. »

Uit het dossier dat aan de Raad van State is overgezonden, blijkt niet dat de Minister heeft bepaald op welk orgaan de artikelen 14 en 15 van de voormelde wet van 25 april 1963 worden toegepast als, zoals in het onderhavige geval, de algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging en het comite van de verzekering voor geneeskundige verzorging over dezelfde aangelegenheid om advies moeten worden verzocht.



Onder dat voorbehoud geeft het ontwerp geen aanleiding tot opmerkingen.

De kamer was samengesteld uit :

De heren :

Y. Kreins, kamervoorzitter;

P. Vandernoot, staatsraden;

De dames :

M. Baguet en V. Vannes, assessor van de afdeling Wetgeving;

A.-C. Van Geersdaele, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door Mevr. A. Vagman, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Vandernoot.

De griffier, De voorzitter,

A.-C. VAN GEERSDAELE Y. KREINS]


Bijwerking 44/2010 UB/29-2





Tags: zivgv, 1831971, bijlage, advies