ALGEMEEN DE PERSONENAUTO MOET OVEREENSTEMMEN MET DE GEGEVENS OP

ALGEMEEN DE PRAKTIJK VOOR FYSIOTHERAPIE BESTAAT UIT
AGENDA VOOR DE BESPREKING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR VAN
ALGEMEEN DE PERSONENAUTO MOET OVEREENSTEMMEN MET DE GEGEVENS OP

ALGEMEEN EXAMENREGLEMENT EN AANVULLEND FACULTAIR EXAMENREGLEMENT ZOALS GOEDGEKEURD DOOR
ALGEMEEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VERENIGING “[NAAM VERENIGING]” HOOFDSTUK
ALGEMEEN INFORMATIEFORMULIER KLINISCH GENETISCH ONDERZOEK HOE GEBEURT EEN GENETISCH

Technische en gebruikseisen personenauto’s

Algemeen

De personenauto moet overeenstemmen met de gegevens op het kentekenbewijs en in het kentekenregister; een op een vast voertuigdeel ingeslagen identificatienummer hebben (voorheen een chassisnummer); goed bevestigde, leesbare en niet afgedekte kentekenplaten met keurmerk en unieke code hebben.


De dragende en versterkende delen van chassis en carrosserie van de personenauto mogen niet zijn gescheurd of gebroken. En zij moeten goed zijn bevestigd en niet ernstig geroest of vervormd. De bovenbouw van de personenauto moet goed zijn bevestigd aan het onderstel.




Motor


Algemeen

Alles wat in de motorruimte zit moet deugdelijk vastzitten.


Brandstofsysteem

De onderdelen van het brandstofsysteem van de personenauto moeten deugdelijk zijn bevestigd. Het gehele systeem mag niet lekken. Een passende tankdop is vereist. De bevestiging van de motor en van de brandstoftank mag niet ernstig zijn geroest. De benzineleidingen moeten in goede staat zijn en mogen geen lekkage of scheuren vertonen.


Uitlaatsysteem

De uitlaat moet deugdelijk bevestigd zijn, en moet over de gehele lengte gasdicht zijn (d.w.z. hij mag nergens lek zijn). Uitgezonderd de door de fabriek aangebrachte afwateringsgaatjes.


Geluid

De personenauto mag geen overmatig geluid produceren.


Elektrisch systeem

De accu moet goed zijn bevestigd. De bedrading door de hele personenauto moet goed zijn geïsoleerd.


Motorsteunen

Moeten goed zijn bevestigd; mogen geen ernstige beschadigingen hebben. De motorsteunen mogen niet geheel losgescheurd zijn. Dus wel gedeeltelijk.


Milieu
Auto`s voor 01-01-1974 hebben geen eis voor wat betreft de uitlaatgassen, na die datum moeten ze voldoen aan de eis die bij de APK verplicht is, dit is echter niet te controleren zonder CO meter.




Krachtoverbrenging


Algemeen

De onderdelen van de aandrijving moeten deugdelijk zijn bevestigd. De bevestigingen van de aandrijving mogen niet ernstig zijn geroest. Stofhoezen mogen niet zodanig zijn beschadigd dat zij niet meer afdichten.


Snelheidsmeter

Personenauto’s van na 30 juni 1967 moeten een, ook bij nacht goed afleesbare, snelheidsmeter hebben. Alle schakelaars moeten goed werken en deugdelijk zijn bevestigd.




Ophanging


Algemeen

De assen van de personenauto moeten deugdelijk zijn bevestigd en mogen niet ernstig zijn geroest. Bovendien mogen de assen geen breuken, scheuren of ernstige vervormingen hebben. Fuseepennen, -kogels en overige draaipunten moeten deugdelijk zijn bevestigd en niet te veel speling hebben. Stofhoezen mogen niet zodanig zijn beschadigd dat zij niet meer afdichten.


Wielbasis

De wielbasis van de personenauto mag niet meer afwijken dan 1% van de waarde zoals vermeld op het kentekenbewijs of in het kentekenregister.


Wielen

De wielen moeten met alle bouten of moeren zijn bevestigd en mogen niet zijn gescheurd of ernstig zijn vervormd. Wanneer andere wielen zijn gemonteerd mogen deze niet meer dan 30 mm buiten de auto uitsteken, de naaf en de bouten meegerekend. Tevens mogen deze nergens aanlopen (dit spreekt voor zich). De velgen mogen niet ernstig vervormd zijn.


Ophanging

De bevestiging van de schokdempers en de veren mogen niet ernstig zijn geroest. De wiellagers mogen niet hoorbaar zijn, en mogen geen overmatige speling hebben.


Banden

De banden van de personenauto moeten voldoen aan een aantal eisen.

- er mogen geen beschadigingen tot op het karkas en uitstulpingen voorkomen;

- de profieldiepte moet minimaal 1,6 mm zijn;

- banden mogen niet worden opgesneden;

- op een as mag geen combinatie van radiaal- en diagonaalband voorkomen;


Veersysteem

Het veersysteem van de personenauto moet goed werken. De onderdelen mogen geen breuken of scheuren vertonen. Een personenauto moet deugdelijk bevestigde en goed werkende schokdempers hebben. Schokbrekers mogen iets lekken, maar de werking moet aanwezig zijn. De draagarmen mogen niet doorgeroest zijn (ook niet een heel klein beetje).




Stuurinrichting


Algemeen

Onderdelen voor de overbrenging van de stuurbeweging moeten deugdelijk zijn bevestigd. Ze mogen geen breuken of scheuren hebben. De bevestigingen mogen niet ernstig zijn geroest. Stofhoezen mogen niet zodanig zijn beschadigd dat zij niet meer afdichten. Stuurkogels mogen niet meer speling hebben dan 1 mm. De moeren van de stuurinrichting moeten geborgd zijn (met zelfborgende moer, of splitpen). De stuurhuishoes mag niet gescheurd zijn. Ook de stuurkogelhoezen niet.


Stuurwiel

De bestuurde wielen moeten goed reageren op de draaiing van het stuurwiel.




Reminrichting


Algemeen

Onderdelen van de reminrichting moeten deugdelijk zijn bevestigd. Ze mogen geen breuken of scheuren hebben. De bevestigingen mogen niet ernstig zijn geroest. De onderdelen mogen geen in- en/of uitwendige lekkage vertonen en moeten de noodzakelijke bewegingsvrijheid hebben. De rembekrachtiger en de remkrachtregelaar moeten goed werken.


Pedaal

Het rempedaaloppervlak moet stroef zijn.


Remslangen

De remslangen mogen niet langs andere voertuigdelen schuren en niet zodanig zijn beschadigd dat het wapeningsmateriaal te zien is. De remleidingen mogen geen zodanige roestschade hebben dat wanneer je ze schoonkrabt kratervorming zichtbaar is.


Trommelrem en schijfrem

Bij een wiel met trommelrem mag in onberemde toestand de rem van de personenauto niet slepen. Bij een schijfrem mag deze enigszins slepen. De dragers of bevestigingen van de remvoering mogen de remtrommel of -schijf niet raken. De remschijf mag niet over meer dan 50% van de breedte van het remblok zijn geroest.


Remcilinders

De remcilinders van de personenauto moeten stofhoezen hebben die niet ernstig zijn beschadigd.


Remvloeistof

Het reservoir van het remsysteem moet voldoende remvloeistof bevatten.


Handrem

De handremkabel mag niet gescheurd of gebroken zijn (ook de buitenkabel niet).De handrem moet op beide wielen werken.


Remproef

Wanneer je een remproef doet mag de auto niet scheeftrekken, de remvertraging moet uiteraard voldoende zijn, maar dat is zonder remmentestbank of vertragingsmeter niet vast te stellen.




Carrosserie


Algemeen

De bevestigingen van de deuren; de motorkap; het kofferdeksel; de zitplaatsen; de autogordels mogen niet ernstig zijn geroest.


Deuren/motorkap/kofferdeksel

De deuren van de personenauto moeten goed sluiten en op normale wijze vanaf de binnen- of buitenzijde te openen zijn. Slot en scharnieren van motorkap/kofferdeksel moeten een goede sluiting waarborgen.


Ruiten

De ruiten van de personenauto mogen: niet ernstig zijn verkleurd of beschadigd; niet zijn voorzien van stickers en dergelijke die het uitzicht van de bestuurder belemmeren. Uitzichtsbelemmerende folie is niet toegestaan.


In de voorruit is het volgende toegestaan:

- enkelvoudige scheuren, ongeacht de lengte;

- oppervlakkige krassen tot en met 5 mm breed;

- beschadigingen of verkleuringen die binnen een cirkel met een diameter van

maximaal 20 mm, in het directe gezichtsveld, vallen. Daarbuiten is dit 50 mm.


Ruitenwisserinstallatie

De ruitenwisserbladen moeten goed wissen, en mogen geen scheuren vertonen. Een achterruitenwisser is toegestaan, maar heeft geen eisen (mag dus wel gescheurd zijn).


Ruitensproeier/-ontdooiings- en ontwasemingsinstallatie

Personenauto’s moeten een goede ruitensproeierinstallatie en een ontdooiings- en ontwasemingsinstallatie hebben.


Spiegels

Personenauto’s moeten een linkerbuitenspiegel en een binnenspiegel hebben. En een rechterbuitenspiegel als met de binnenspiegel het achtergelegen wegdek niet goed kan worden overzien. De buitenspiegel aan de bestuurderskant moet van binnenuit kunnen worden versteld. Altijd geldt dat de spiegels goed moeten zijn bevestigd en het spiegelglas niet mag zijn gebroken of verweerd.


Claxon

De claxon moet goed werken, en mag maar eentonig zijn (2 mag wel, alleen als ze tegelijkertijd geluid maken).


Zitplaatsen

De zitplaatsen moeten deugdelijk zijn bevestigd. Alle bouten moeten aanwezig zijn, en ook vast zitten. Bij personenauto’s van na 30 september 1971 moeten de volgende onderdelen kunnen worden vergrendeld: verschuifbare zitplaatsen; verstelbare rugleuningen; de voorste, scharnierende, zitplaatsen en rugleuningen. Het raamwerk van de stoelen mag niet gebroken of gescheurd zijn. De bekleding mag wel kapot zijn, maar er mogen geen scherpe delen uitsteken.


Autogordels

Autogordels zijn verplicht: voor de aan de voorste portieren grenzende zitplaatsen bij personenauto’s van na 31 december 1970 maar van voor 1 januari 1990. De autogordels moeten deugdelijk bevestigd zijn en een goed werkende sluiting, blokkering en oprolmechanisme hebben.


Afscherming

De personenauto mag geen scherpe delen aan de buitenzijde hebben. De wielen/banden moeten goed zijn afgeschermd, mogen niet meer dan 30 mm buiten de afscherming uitsteken en mogen niet aanlopen.




Verlichting


Algemeen

De lichten van de personenauto moeten goed werken. Verlichtingsarmaturen en

onderdelen daarvan moeten deugdelijk zijn bevestigd. De glazen moeten in goede staat, niet bespoten, geverfd of bewerkt zijn. Retroreflectoren mogen geen gebreken hebben die de functie beïnvloeden.


Mistachterlicht

Een controlelampje moet de inschakeling van de mistachterlichten aangeven.


Achteruitrijlichten

Deze lichten mogen alleen werken bij inschakeling van de achteruitrijversnelling.


Verblindende verlichting

Met uitzondering van groot licht mogen personenauto’s geen verblindende verlichting hebben. Het controlelampje van het grote licht moet branden wanneer deze is ingeschakeld.


Verplichte verlichting

Voorzijde

Twee grote lichten of vier grote lichten

Twee dimlichten

Twee stadslichten

Twee richtingaanwijzers

Waarschuwingsknipperlichten bij een auto van na 31 december 1997


Zijkant

Eén richtingaanwijzer aan elke zijkant als de auto is van vóór 1 juli 1967, of twee

aan de voorzijde en twee aan de achterzijde

Eén zijrichtingaanwijzer aan elke zijkant als de auto is van na

31 december 1997


Achterzijde

Twee richtingaanwijzers

Twee achterlichten

Twee remlichten

Kentekenplaatverlichting (mag niet naar achteren stralen)

Twee niet-driehoekige retroreflectoren

Eén of twee mistlichten, als de auto is van na 31 december 1997

Eén of twee achteruitrijlichten, als de auto is van na 31 december 1997

Waarschuwingsknipperlichten, als de auto is van na 31 december 1997

Derde remlicht als de auto is van na 30 september 2000


Toegestane extra verlichting

Verlichting die per een bepaalde datum verplicht is, is ook toegestaan voor

voertuigen van vóór de desbetreffende datum.


Voorzijde

Twee retroreflectoren

Twee mistlichten

Een richtlicht

Een bermlicht

Parkeerlichten

Twee markeringslichten

Twee dagrijlichten


Zijkant

Eén zijrichtingaanwijzer aan elke zijkant als, de auto is van vóór 1 januari 1998

naar vóór naar achteren


Achterzijde

Twee extra richtingaanwijzers en waarschuwingsknipperlichten

Parkeerlichten

Extra retroreflectoren

Twee markeringslichten


Voor de rest is er binnen in de auto geen verlichting verplicht.




Wijziging in de constructie


Personenauto’s die één of meer van de hieronder genoemde wijzigingen in de constructie hebben ondergaan, moeten opnieuw worden goedgekeurd voordat zij weer mogen deelnemen aan het wegverkeer. Deze keuring dient te worden gedaan door de RDW, behalve indien het een LPG-inbouw betreft die door een erkend bedrijf is uitgevoerd.


Het betreft wijzigingen van:

-de carrosserie/inrichting;

-de carrosserie voor gebruik door en vervoer van een gehandicapte;

-de wielbasis;

-de motor;

-de motorbrandstof onder andere LPG-inbouw;

-het aantal assen;

-de spoorbreedte (vergroting) bij personenauto’s;

-het remsysteem voor gebruik door een gehandicapte;

-de stuurinrichting voor gebruik door een gehandicapte.


ALGEMEEN PROVINCIE NAAM TELEFOONNUMMER FAXNUMMER CONTACTPERSOON DOORKIESNUMMER BEZOEKADRES POSTCODE
ALGEMEEN REGLEMENT VAN DE BANKVERRICHTINGEN 1 ALGEMENE BEPALINGEN 5
ALGEMENE VOORWAARDEN ARTIKEL 1 ALGEMEEN 11 IN DEZE


Tags: algemeen de, verlichting algemeen, gegevens, algemeen, personenauto, overeenstemmen