46 SCHOOLZWEMMEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE LEERKRACHT INRICHTENDE MACHTSCHOOLBESTUUR RSZNUMMER

46 SCHOOLZWEMMEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE LEERKRACHT INRICHTENDE MACHTSCHOOLBESTUUR RSZNUMMER






46 SCHOOLZWEMMEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE LEERKRACHT INRICHTENDE MACHTSCHOOLBESTUUR RSZNUMMER





4.6. Schoolzwemmen verantwoordelijkheid van de leerkracht



Inrichtende Macht/Schoolbestuur:






RSZ-nummer:


School: 000000

xxxxxxxxxxxxxxxx

xxxxxxxxxxx xx

xxxx xxxxxxxxx

Tel: (xxx)xx xx xx - Fax: (xxx)xx xx xx

e-mail: [email protected]




VERANTWOORDELIJKHEID van de LEERKRACHT TIJDENS HET SCHOOLZWEMMEN


De vraag naar de aansprakelijkheid van de leerkracht tijdens het schoolzwemmen is opnieuw actueel na een recent ongeval waarbij een leerling door verdrinking om het leven kwam.

Het is nuttig om de specifieke situatie van de begeleidende leerkracht van naderbij te bekijken.

Hierna volgt een toelichting over:

- de vereiste omkadering bij de zwemlessen

- de opdracht van de begeleidende leerkracht

- de burgerlijke aansprakelijkheid.


Hierna vindt u kort samengevat enkele belangrijke aandachtspunten.


De vereiste omkadering van de zwemlessen


Naast de begeleidende leerkrachten dragen ook de schooldirecteur én de exploitant van het zwembad terzake verantwoordelijkheid.

De aansprakelijkheid van de begeleidende leerkrachten wordt onterecht verzwaard als de schooldirecteur en de exploitant hun verantwoordelijkheid ontlopen of niet ten volle opnemen.


Het is in de eerste plaats aan de schooldirecteur om te zorgen dat alles wat met de zwemles te maken heeft, goed wordt georganiseerd.

De directeur moet zorgen dat het toezicht tijdens de zwemlessen wordt uitgeoefend door een voldoend aantal personen én dat het vervoer of de verplaatsing naar het zwembad geregeld is.


Een wettelijke basis die bindende cijfers vastlegt voor het aantal begeleidende leerkrachten per aantal leerlingen is niet voorhanden.

Het aantal begeleiders hangt af van het aantal klassen dat tegelijk gaat zwemmen en van de leeftijd van de kinderen.

Gaan verschillende klassen tegelijk zwemmen of gaan kleutertjes zwemmen, dan zal de schooldirecteur meer begeleiders, dus klastitularissen, moeten inschakelen.


Het feit dat de wetgever geen bindende cijfers voorziet, geeft de milieureglementering Vlarem II echter als richtlijn mee dat één begeleider van activiteiten in het zwembad maximaal 35 leerlingen onder zijn toezicht mag hebben.


De opdracht van de begeleidende leerkrachten tijdens het schoolzwemmen


De begeleidende leerkrachten oefenen een beperkt toezicht uit over de leerlingen die hen zijn toevertrouwd.

Zowel bij verplaatsing te voet als per bus zijn de begeleidende leerkrachten aansprakelijk voor hetgeen onderweg gebeurt.

Het is logisch dat de begeleidende leerkrachten (klastitularis én leermeester lichamelijke opvoeding) aanwezig zijn gedurende de zwemlessen.

Leerkrachten en redders oefenen allemaal toezicht uit. Het toezicht van de leerkracht is “beperkt” tot de leerlingen, dat van de redder “algemeen” naar alle baders toe.

Zij moeten zich in het water of langs de kant bevinden en alle leerlingen rechtstreeks kunnen gade slaan.


De leerkracht kan aansprakelijk worden gesteld als de toezichthoudende taak op een gebrekkige wijze is uitgeoefend.

Als de leerkracht daarentegen bewijst dat hij het toezicht correct heeft uitgevoerd en de daad van de leerling niet heeft kunnen voorzien of beletten, zal het vermoeden steeds worden weerlegd.


Indien een leerling zichzelf kwetst door eigen onvoorzichtigheid of roekeloosheid (bv. leerling glijdt uit) zal de leerkracht niet burgerlijk aansprakelijk worden gesteld.


Een concreet voorbeeld: Een groepje leerlingen plagen elkaar in het water. Eén van hen wordt telkens opnieuw ondergeduwd, geraakt buiten adem en verdrinkt. De bewakende leerkrachten zullen waarschijnlijk aansprakelijk worden gesteld omdat zij de plagerijen hadden moeten stoppen. Zelfs al is in dit geval een redder ter plaatse, toch blijven de bewakende leerkrachten aansprakelijk.


De leerkracht zal aansprakelijk zijn als hij zelf een fout begaat (bv. leerlingen duwen, leerlingen aanzetten tot gevaarlijke spelletjes,…) en dat door deze fout schade wordt veroorzaakt aan een derde of een andere leerling.


CONCLUSIE: Laat de leerlingen nooit zonder bewaking achter in het zwembad.



De aansprakelijkheid van de begeleidende leerkrachten en de verzekering


Het schoolbestuur sluit voor de leerkrachten een verzekeringspolis af om de algemene en specifieke burgerlijke aansprakelijkheid in de uitoefening van hun functie te dekken. Indien de begeleidende leerkracht geheel of gedeeltelijk aansprakelijk wordt gesteld, zal de schoolpolis de schadevergoeding uitbetalen.

De schoolverzekering komt evenwel niet tussen bij zware of opzettelijke fout van de leerkracht.


Enkele richtlijnen die de leerkrachten best in acht nemen om bij het schoolzwemmen hun aansprakelijkheid te voorkomen:




We kunnen u aanraden om volgende artikels over dit onderwerp eens ter hand te nemen :



Prestaties tijdens de zwemles


De leermeester lichamelijke opvoeding:

Wanneer de zwemles wordt gegeven door de leermeester lichamelijke opvoeding, dan wordt deze les onder zijn hoofdopdracht geplaatst (minimum 24, maximum 28 lestijden), als lestijd uit het lestijdenpakket.

De begeleidende leerkracht:

Zijn prestaties daarentegen hoort bij zijn schoolopdracht (maximum 26 klokuren van 60 minuten) en niet bij hun hoofdopdracht.

M.a.w. voor de begeleidende leerkracht komt deze lestijd niet in aanmerking als lestijd uit het lestijdenpakket.





Tags: inrichtende macht/schoolbestuur:, machtschoolbestuur, rsznummer, inrichtende, schoolzwemmen, verantwoordelijkheid, leerkracht