Versie C 30 sept 2008
Opgave Hout veredeling
H
out
is een natuurproduct, het bestaat uit cellulosevezels die door
planten worden aangemaakt. Het van bomen afkomstige hout kan men
grofweg verdelen in harde- en zachte houtsoorten. Kenmerkend verschil
tussen de harde en zachte houtsoorten is het voorkomen van vaten. Bij
zachte houtsoorten vindt tijdens de groei het transport van water
plaats via de cellen. Bij harde houtsoorten gebeurt dit via vaten.
Zachte houtsoorten kunnen meer water opnemen dan harde
houtsoorten. Het opnemen en afgeven van water zorgt voor het
uitzetten respectievelijk krimpen van het materiaal. Het uitzetten,
krimpen en dientengevolge scheuren van het hout kan houtrot tot
gevolg hebben.
Om lokale zachtere houtsoorten voor de bouw aantrekkelijker te maken worden ze veredeld. In bron 1wordt dit veredelen toegelicht.
In het schema hiernaast staat een overzicht van de factoren die nodig zijn om houtrot te veroorzaken.
1 pt |
■1 |
Welke twee voorwaarden, nodig voor houtrot, worden volgens de schrijver van bron 1 weggenomen door het op deze manier veredelen van zachte houtsoorten? |
In de bron 2 zijn afbeeldingen van een zachte en een harde houtsoort opgenomen.
2 pt |
■2 |
Geef op basis van deze afbeeldingen een mogelijke verklaring voor het feit dat de zachte houtsoort meer water op kan nemen dan de harde houtsoort. |
Hieronder staat een stukje van de structuurformule van cellulose.
2 pt |
■3 |
In de antwoordbijlage is dezelfde structuurformule opgenomen. Omcirkel hierin de plaatsen waar het water kan worden gebonden. Indien H-bruggen aan de orde zijn geweest kan de vraag ook luiden --hoe -- |
In de regels 9 t/m 11 van bron 1 wordt de verestering van de hydroxylgroepen beschreven.
3 pt |
■4 |
In de antwoordbijlage is brokstuk van een zetmeel molecuul weergegeven. Geef de reactievergelijking in structuurformules van de verestering van één van de hydroxylgroepen met azijnzuur. |
Een andere manier van houtbescherming is het impregneren met een kunsthars. In bron 3 zijn afbeeldingen 3 en 4 opgenomen.
3pt |
■5 |
Leg uit welke van de afbeeldingen het geïmpregneerde hout voorstelt en waarom het zo behandelde hout minder gevoelig is voor houtrot. |
D e gebruikte kunsthars is een polymeer ontstaan uit de hiernaast afgebeelde monomeer styreen.
3 pt |
■6 |
Teken een brokstuk van het polymeer polystyreen dat opgebouwd is uit drie monomeereenheden. |
styreen
E r zijn ook pogingen gedaan om als impregneermiddel een kunsthars te gebruiken op basis van het monomeer acrylzuur, de structuurformule staat hiernaast. De keuze van dit impregneermiddel bracht een discussie op gang tussen twee leerlingen. Bert is van mening dat het gebruik van dit impregneermiddel zal leiden tot meer mogelijkheden tot het binden van water. Je introduceert extra hydroxylgroepen. Ernie is het niet met hem eens. Volgens hem zal door het gebruik van acrylzuur het aantal hydroxylgroepen juist afnemen.
3 pt |
■7 |
Leg uit met wie jij het eens bent, Bert of Ernie. |
dinsdag 31 januari 2006 09:40 | Jacob Siebelink
De techniek is zeventig jaar oud, maar kwam nooit verder dan de muren van het laboratorium en een proefopstelling. Eind dit jaar start in Arnhem de eerste fabriek die hout op grote schaal veredelt door het materiaal te laten reageren met azijnzuur, dat in sterk verdunde vorm ook geregeld op de eettafel staat. Waaibomenhout doet na de behandeling niet onder voor duurzame hardhoutsoorten en vochtgevoelige MDF-platen zijn na tien jaar weer en wind nog keihard.
A
Drukcabine
veredelingsproces 1
Geacetyleerd hout zwelt of krimpt nauwelijks bij wisselende vochtcondities. De mate waarin hout werkt, neemt met ongeveer 75 procent af.
Bron 2 Zachte en harde houtsoorten
Afbeelding 1 Dwarsdoorsnede zachte houtsoort |
Afbeelding 2 Dwarsdoorsnede harde houtsoort. |
|
|
Bron 3 Impregneren
Afbeelding 3 |
Afbeelding 4 |
|
|
Antwoordbijlage
Naam:
Vergeet niet deze bijlage met je andere antwoorden in te leveren!
Vraag 3
Cellulose
Vraag 4
Glucose eenheid
Antwoordmodel
Opg |
Pt |
Correctiemodel |
Opm |
1 |
1 |
Vocht gehalte ( te laag ) Voedingsbodem ( geen herkenning door schimmel) |
Slechts de twee factoren noemen |
2 |
2 |
Bij zachthout is de verhouding vezel -open ruimte groter. 1pt Er is een groter oppervalk waar water kan worden opgenomen/gebonden 1pt Of: Bij zacht hout kleinere kanalen, meer kans op capillaire werking . 1pt Water verder omhoog getrokken , meer water opgenomen 1pt |
Omgekeerde beredenering hardhout ook goed . |
3 |
2 |
Omcirkelen alleen –OH groepen 1pt Alle - OH groepen 1pt |
Indien de vraag –Hoe- Dan 3pts vraag van maken waarin je ook correcte weergave H-brug meeneemt |
4 |
3 |
|
structuur HAc 1pt ester band 1pt rest van de vergelijking 1pt |
5 |
3 |
Afbeelding 4, t.o.v afbeelding 3 is het aantal open poriën afgenomen. (nog enkele witte vlekken. Door het afsluiten van de poriën kan er geen water meer worden opgenomen. De aanwezigheid van water, nodig voor houtrot, neemt hierdoor af.
Antw Afbeelding 3 want daar zijn alle poriën “wit “gevuld max 2 pt Het gaat om de variatie wit en donker wel en niet gevuld in afb 4 |
1pt
1pt
1pt
|
6 |
3 |
|
Hoofdketen 1pt Begin eind keten 1pt Zijgroep 1pt |
7 |
3 |
Het gaat om de motivatie, vb van antwoorden Bert: heeft gelijk want het acrylzuur bevat een –OH groep en daaraan kan water worden gebonden. Het impregneermiddel gaat in de poriën zitten waardoor daar meer plaatsen zijn waaraan water kan worden gebonden.
Ernie heeft gelijk, de zuurgroep van het acrylzuur kan ( op een aantal plaatsen) reageren met de hydroxylgroepen. Hierdoor verdwijnen de mogelijkheden om water te binden |
hydroxylgroepen zorgen voor binding water 1pt
Aantal hydroxylgroepen voor en na impregneren 1pt
Conclusie 1pt |
ALGEMENE VOORWAARDEN BIJ DIENSTVERLENING DOOR SPHPRAKTIJK KORTHOUT VERSIE 14
ALLE VERSIES VAN DE NER BLIJVEN BESCHIKBAAR VIA DE
ARBEIDSREGLEMENT VAN DE GEMEENTE MIDDELKERKE BIJGEWERKTE EN GECOÖRDINEERDE VERSIE
Tags: opgave hout, versie, opgave, veredeling