DE WEDERKOMST VAN JEZUS CHRISTUS IS ONZE HOOP DE

DE WEDERKOMST VAN JEZUS CHRISTUS IS ONZE HOOP DE






Jezus Christus, onze hoop

De wederkomst van Jezus Christus is onze hoop

De in de Bijbel aangekondigde wederkomst van Christus is de grote hoop van de christenen. Daar leven we naar toe, daar zien we naar uit. Voor de christenen is er geen verblij­dender vooruitzicht dan de komst van de hemelse Bruidegom.

1. Wij verwachten een Persoon

De ware gelovigen zien niet uit naar het einde van de wereld, ze verwachten niet de in de bijbel aangekondigde oordelen over de ongelovige wereld, ze verwachten zelfs niet in de eerste plaats de opname van de Gemeente.

Zij hebben hun hoop gericht op de Heiland zelf, zoals Paulus het heel toepasselijk zegt: ‘Christus Jezus, onze hoop” (Tim. 1:1.)

Wij hebben de volheid verkregen in Hem, want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk” (Col. 2:9-10. )

Het zijn niet Zijn gaven, waar het ons om gaat, maar Zijn leven, Zijn aanwezigheid, Zijn persoon.

De komst van Jezus zal het antwoord zijn op al onze verlangens, de oplossing van al onze problemen. Wij zullen voor altijd bij Hem zijn en hervormd worden naar Zijn beeld.

Want gij zijt gestorven (voor het ogenblik) en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijk­heid’ ( Col. 3:3-4.)

2. De enige hoop van de Gemeente

Als wij de persoonlijke komst van Gods Zoon verwachten dan kan er voor ons geen andere hoop bestaan dan de wederkomst van Christus.

Gij zijt geroepen in de ene hoop uwer roeping’. (Eph. 4:4. )

De mensen zijn vaak pessimistisch maar wij zijn mensen met een levende hoop. Een welgegronde hoop.

Als gelovigen is onze hoop niet gericht op de verbetering van onze situa­tie in dit leven, noch op de overwinning van onze zaak door menselijke inspanningen. We verwachten het heil niet van de goede bedoelingen van de verschillende landen, van vredesverdragen, van politieke aktie, of van de vooruitgang van de wetenschap, van een toename van ‘beschaving’.

Onze hoop is ook niet gebaseerd op wereldevangelisatie, waardoor de toestand in de wereld zou kunnen veranderen als er maar genoeg mensen zich zouden bekeren. En niet op invloed van de kerken em ook niet op een supermens, die op het toneel zou kunnen verschijnen om alle grote wereldproblemen op te lossen. Op niets van dit alles rust de hoop van de gelovigen.

Wij hebben slechts één hoop in deze wereld en dat is de komst van de Heer. Wat is het droevig om te zien hoezeer velen in de christelijke wereld deze vaste hoop uit het oog hebben verloren.

En hoeveel zon­daren, openlijke ongelovigen of naam-christenen zijn er niet, die in wer­kelijkheid zonder Christus, zonder hoop en zonder God in de wereld zijn. (Zie Eph. 2:12).

Hoeveel mensen in rouw zijn er niet treurig, alsof ze geen hoop zouden hebben, 1 Thess. 4:13.

Allen, die de wederkomst van Christus niet verwachten zijn werkelijk zonder hoop in deze wereld. Daarom moeten wij met hen over onze verwachting spreken en hen, indien mogelijk, er toe brengen deze te delen.

3. De drie verschijningen van Jezus Christus

Een gedee;te uit de Hebreeënbrief zet drie verschijningen van Jezus op een rij.

a) Zijn eerste komst op aarde:

Hij is éénmaal verschenen om door Zijn offer de zonde weg te doen’ (Hebr. 9:26.)

b) Zijn verschijning in de hemel:

Hij is in de hemel zelf binnengegaan om thans voor het aangezicht van God te verschijnen’ (Hebr. 9: 24.)

c) Zijn tweede komst op de aarde:

Christus die zich eenmaal heeft geofferd om veler zonden op zich te nemen, zal ten tweede male zonder zonde aanschouwd worden door hen, die Hem tot hun heil verwachten’. (Hebr. 9:28).

De schrijver van de Hebreeënbrief sluit hier aan bij hetgeen onder het Oude Verbond op de grote verzoendag gebeurde. De hogepriester verrichtte op die dag de volgende drie handelingen:

1) Hij slachtte voor de tabernakel, het zoenoffer voor het gehele volk.

2) Hij ging het heilige der heiligen binnen om, ten gunste van de zondaren, voor God te verschijnen; met hem bracht hij het vergoten bloed als bewijs dat aan de wet voldaan was, (het loon van de zonde is de dood, Rom. 6:23), en dat er een plaatsvervangend leven voor de schuldigen was geofferd.

3) Wanneer hij dan de vergeving van de overtredingen verkregen had, kwam hij het heiligdom weer uit en terwijl hij dan op de drempel bleef staan, hief hij de handen op om het volk te zegenen.

Op de grote verzoendag verzamelde zich het volk voor de tabernakel (bij de tempel). Het volk deed die dag boete over hun zonde. Het volk verootmoedigde zich die dag voor God vanwege hun zonden. Het volk keek op die dag toe hoe de hogepriester met het bloed van het voor die dag voorgeschreven offer het heiligdom binnen ging, om het bloed daar te sprenkelen, om zo verzoening te doen voor het volk. Vol spanning wachtte men, al knielend in gebed, op de terugkeer van de hogepriester uit het heiligdom.

Wanneer de hogepriester dan verscheen, en met de zegen het bewijs gaf dat het heil ontvangen was, barstte men uit in vreugde en lofzegging.

Zo hebben ook de gelovigen de Heer, na het grote offer op het kruis, de hemel zien binnengaan, toen Hij met Zijn eigen bloed een eeuwige verlossing verwierf (Hebr. 9:12.) Zolang Zijn afwezigheid duurt is onze verlossing nog niet voltooid. Wij hebben nu reeds de vergeving der zonden, maar de verlossing van ons lichaam moet nog komen. Wij hebben het nog moeilijk in deze huidige wereld en helaas struikelen nog maar al te vaak, terwijl de vijand intussen een genadeloze oorlog tegen ons voert. Maar laten wij moed vatten: spoedig zullen wij in liederen van vreugde en aanbidding losbars­ten, als Jezus uit het hemelse heiligdom komt om ons volkomen en voor­goed te bevrijden.

4. De hoop op het eeuwige leven

Omdat Christus tot ‘ons heil’ terugkomt, Hebr. 9:28, zegt Paulus dat wij nu al in deze hoop gered zijn: ‘Maar ook wij zelf, die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het Zoonschap, de verlossing van ons lichaam. Want in die hoop zijn wij behouden’. Rom. 8:23.

De ware gelovigen hebben reeds nu de zekerheid door de Heilige Geest, dat ze het eeuwige leven beërven zullen en kinderen van God zijn, 1 Joh. 5:13 en Rom. 8:16. Zij weten dat er geen veroordeling meer is voor hen die in Jezus Christus zijn en dat niets hen ooit van de liefde van God zal kunnen scheiden, Rom. 8:1, 38-39. Maar alles wat we hier ontvangen en mogen ervaren is slechts een voorproef van het eeuwig heil, het zijn slechts de eerste vruchten van de Geest, het is nog maar het onderpand van onze hemelse erfenis, 2 Cor. 1:21-22; Eph. 1:13-14.

Zo is ook alle hoop van de gelovige gericht op die heerlijke dag dat Jezus Christus uit de hemel zal neerdalen om zich zonder bedekking te vertonen, de dag waarop de gelovige de beloofde volheid zal ontvangen (Dit zijn enkele bijbelteksten die hierover spreken: 1 Petr. 1:3-9, 13; Col. 1:27; Tit. 1:1-2; 2:11-13; 3:5-7; Phil. 3:20-21).

5. De drie stappen in het christenleven

Paulus schrijft aan de Thessalonicensen:

Men verhaalt . . . hoe:

a) gij u van de afgoden tot God bekeerd hebt,

b) om de levende en waarachtige God te dienen,

c) en uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de doden opge­wekt heeft, Jezus, die ons verlost van de komende toorn’.

(1 Thess. 1:9-10.)

We hebben ons bekeerd om twee dingen te doen. De levende God dienen en Zijn Zoon uit de hemel verwachten. Bekeerd om te dienen en te verwachten.

6. Het anker van de ziel

Onze hoop op de wederkomst van Christus werkt als een anker.

Haar hebben wij als een anker der ziel, dat veilig en vast is, en dat reikt tot binnen het voorhangsel, waarheen Jezus voor ons als voorloper is binnen­gegaan . . .’ (en vanwaar Hij weldra komen zal tot ons heil), Hebr. 6:19-20a.

Een boot kan nog zo dicht bij de kust zijn, maar als hij niet goed verankerd ligt, wordt hij, zodra de storm losbreekt, door de stroom en de wind meegesleurd. Als je het vaste anker van de hoop op de wederkomst van Christus niet hebt dan ben je overgeleverd aan de stormen hier beneden.

Je wordt dan in de duisternis heen en weer geslingerd door de gebeurtenissen, zonder te weten waar deze je zullen brengen. Bovenal, je zult moeilijk kunnen standhouden te midden van de stormen van het leven en temidden van de rampen die volgens de profetie over de wereld gaan komen. Als wij daarentegen door God gekend zijn ‘om de volharding van onze hoop’ (1 Thess. 1:3) dan zullen wij veilig bewaard worden.

7. De christelijke hoop is een samenvatting van ons geloof en ons getuigenis

Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd bereid tot verant­woording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop die in u is, doch met zachtmoedigheid en vreze’. 1 Petr. 3:15.

Het kenmerk van de christen is dat er in zijn hart hoop leeft. Hij is niet naar het verleden gekeerd, het verleden is door Gods genade voor hem uitgewist. Hij is gericht op de toekomst. Daarom moeten wij, volgens de woorden van Petrus, altijd bereid zijn om rekenschap af te leggen, niet alleen van ons geloof, maar ook van de hoop die in ons leeft.

8. De schepping zelf deelt in de hoop van de gelovigen

Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden van de zonen Gods. Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen. . . in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods. Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is’, Rom. 8:19-22.

Na de zondeval is de schepping door Godvervloekt vanwege de zonde. Maar ook zij zal vernieuwd en bevrijd worden wanneer Jezus Christus verschijnt.

9. Conclusie

Is er, volgens al de bijbelgedeelten die hierboven zijn besproken, iets geweldiger dan de christelijke hoop op de wederkomst van de Heiland?

Wij zeggen nog eens, dat in feite Jezus Zelf onze hoop is. 1 Tim. 1:1.

De boodschap van de wederkomst van de Heer behoort christenen geen vrees aan te jagen. Integendeel. Hun huidige verblijf in deze wereld wordt door dit heerlijke vooruitzicht verzacht en verlicht.

Als wij Zijn verlossing aanvaard hebben, waarvoor zouden wij dan nog bang moeten zijn? De vervulling van de profetieën kan ons slechts één ding brengen. En dat zal het antwoord zijn op al onze wensen: de openbaring van Jezus Christus.

Dat is trouwens ook de naam van het laatste bijbelboek(Openb. 1:1). In het boek Openbaring wordt uitgebreid geschreven over de oordelen uit de eindtijd. Maar het grote feit dat in het boek Openbaring wordt verkondigt is de komst van Jezus Christus. In het boek wordt de openbaring, dat is de ‘onthulling’, van de grote Overwinnaar aangekondigd.






Tags: christus is, jezus christus, wederkomst, jezus, christus